Connectiviteit
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
122
Het apparaat kan automatisch schakelen tussen GSM- en UMTS-netwerken. GSM-
netwerken worden aangeduid met . UMTS-netwerken worden aangeduid met
.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Netwerkmodus — Selecteer welk netwerk u wilt gebruiken. Als u Dual mode
selecteert, wordt het GSM- of UMTS-netwerk automatisch geselecteerd op basis
van de netwerkparameters en de roaming-overeenkomsten tussen de
serviceproviders. Neem contact op met uw netwerkprovider voor de details en
kosten van roaming. Deze optie wordt alleen weergegeven als deze wordt
ondersteund door de serviceprovider.
Een roaming-overeenkomst is een overeenkomst tussen meerdere
serviceproviders die gebruikers van verschillende netwerken in staat stelt om
gebruik te maken van de diensten van andere serviceproviders.
● Operatorselectie — Selecteer Automatisch als u wilt dat het apparaat een
beschikbaar netwerk zoekt en selecteert of Handmatig als u handmatig een
netwerk wilt selecteren. Als de verbinding met het handmatig geselecteerde
netwerk verloren gaat, hoort u een fouttoon en wordt u gevraagd opnieuw een
netwerk te selecteren. Het geselecteerde netwerk moet een roaming-
overeenkomst met uw eigen netwerk hebben gesloten.
● Weergave info dienst — Stel het apparaat zodanig in dat wordt aangegeven
wanneer het apparaat gebruik maakt van een mobiel netwerk op basis van de
MCN-technologie (Micro Cellular Network) en om de ontvangst van relevante
informatie te activeren.